Rol van de coach
Fase 3: Train trainen (junioren)
Rol van de coach
- Houdt zwemmen aantrekkelijk en zet de zwemmer centraal.
- Werkt holistisch, kijkt naar ontwikkeling op lange termijn en ontwikkelt prestatiegedrag.
- Kan een goede meerjaren-, jaar-, maand/week/dag planning maken en deze waar nodig bijstellen voor individuele sporter.
- Werkt met een zwemvolgsysteem, reflecteert en evalueert met constructieve en duidelijke feedback naar zowel de sporter als zijn ouders en betrekt ze in het proces.
- Geeft vertrouwen en stimuleert zelfstandigheid en eigenaarschap om gevoel van autonomie en zelfvertrouwen op te bouwen.
- Toont interesse, zorgt voor open communicatie en vraagt naar welbevinden en balans.
- Heeft wekelijks overleg met de trainers die land- en krachttraining geven.
- Houdt er rekening mee dat de verschillende kinderen op verschillende momenten in de groeispurt zitten en plaatst daarom de prestaties in perspectief van lichamel
- Kijkt naar ontwikkelingsleeftijd, geeft de sporters (ook laatbloeiers) ruimte om te groeien en de kans om te kijken waar hij het best in is.
- Stelt naast individuele doelen ook gezamenlijke doelen voor verbondenheid met het team.
- Inspireert en stimuleert door zijn persoonlijkheid, passie, uitstraling en eigen houding.
- Blijft zichzelf ook ontwikkelen als coach door cursussen en samenwerking met andere coaches.
- Zorgt voor haalbare uitdagingen waardoor de persoon en het team kan groeien, succeservaringen heeft en gelooft in hun potentie.
- Is veeleisend en kritisch, maar werkt vanuit de kwaliteiten en geeft de sporter ruimte om mee te denken.
- Vangt atleten op wanneer prestaties tegenvallen.
- Maakt of zorgt ervoor dat er race analyses zijn bij een piekwedstrijd en bespreekt deze.
- Is in het bezit van zwemtrainer 3, maar bij voorkeur zwemtrainer 4.
- Werkt volgens de visie van het KNZB-sportmodel en leidt op tot zelfstandige sporters. Hij laat de sporter op het juiste moment los op weg naar een volgende fase.